Morihei Ueshiba was een zeer religieus mens en beschouwde aikido, zijn creatie, als een spirituele training. Zijn eerste kennismaking met de Japanse religieuze tradities was via het Shingon-boeddhisme, de stroming van het boeddhisme die in zijn geboortestreek zeer populair was en nog steeds is. Later in zijn leven werd de Omoto-kyo, een nieuwe stroming binnen de Shinto-godsdienst, een belangrijke inspiratiebron. Vrijwel geen enkele leerling van Ueshiba begreep iets van de bewoordingen die hij gebruikte om zijn ideeën over te brengen, een mengsel van begrippen uit Shinto en Boeddhisme.
Diverse van zijn rechtstreekse leerlingen hebben geprobeerd eigen formuleringen te vinden voor de spirituele kant van aikido, soms gebruik makend van begrippen uit het Zen-boeddhisme. Er is in de geschiedenis van de Japanse krijgskunsten altijd een nauwe relatie geweest met Zen, en omdat de begrippen die daarin worden gebruikt minder abstract zijn, is Zen een interessante route om de spirituele kant van aikido te verkennen.
De vraag is natuurlijk wat we onder spiritualiteit verstaan. Hieronder geven we twee mogelijke definities, ontleend aan het boek Aikido and Spirituality van Margaret Greenhalgh.
Een centraal begrip in het (Zen-)boeddhisme is sunyata, meestal vertaald als 'leegte'. Leegte betekent niet dat er niets bestaat, maar dat je van personen of verschijnselen geen essentie kunt aanwijzen. Er is niets dat blijvend en absoluut op zichzelf staand is. Zen legt verder de nadruk op niet-denken. Zowel 'leegte' als 'niet-denken' zijn direct toepasbaar op de aikido-training.
Zoals we hierboven al schreven, was het Shingon-boeddhisme de eerste kennismaking van Morihei Ueshiba met religieuze tradities. Wat niet algemeen bekend is, is dat hij tot op zeer hoge leeftijd met enige regelmaat Shingon-heiligdommen in zijn geboortestreek bezocht. Dit suggereert dat Shingon altijd een inspiratie voor hem is gebleven.
Zowel in het Zen-boeddhisme als in het Shingon-boeddhisme maken ademhalings-, meditatie- en lichaamsoefeningen onderdeel uit van de dagelijkse training. Ook dat komt terug in onze aikido-training.
Een centraal begrip in het Shingon-boeddhisme is dat van de Vijf Wijsheden. In het eerder genoemde boek van Margaret Greenhalgh worden deze als volgt vertaald naar aspecten van de aikido-training.
Het doel van de training is om alle vijf wijsheden volledig uit te drukken, open en ongehinderd, in de dojo, maar vooral in het dagelijks leven.
Volgens diverse bronnen begon Ueshiba iedere dag met ademhalingsoefeningen en meditatie. Details hierover zijn niet bekend. De training in de dojo begon hij altijd met een serie oefeningen die wordt aangeduid als chinkon-kishin, vrij vertaald: de geest kalmeren en terugkeren tot de bron.
Chinkon-kishin was gebruikelijk in de Omoto-kyo-beweging. Het merendeel van Ueshiba's directe leerlingen begreep deze oefeningen niet echt, maar desondanks namen sommigen ze wel op in hun eigen trainingen. Koichi Tohei heeft chinkon-kishin en vergelijkbare oefeningen verwerkt in het trainingsprogramma van de Ki no Kenkyukai.
De bekendste oefeningen zijn:
In diverse vormen van Japanse krijgskunst (budo) is sprake van de vijf 'minds' of 'spirits': shoshin, zanshin, mushin, fudoshin en senshin. Ook in de aikido-training zijn dit belangrijke begrippen, hoewel in de meeste scholen er geen aandacht aan wordt besteed (althans niet expliciet). (Bron: David Penrod, Beaverton Aikikai).
Shoshin betekent beginners mind, de mentale toestand van een beginner. Voor iemand die langer traint, betekent het bereid zijn om alles te ervaren alsof het de eerste keer is. Deze mentale toestand is onmisbaar voor een leven lang leren.
Zanshin betekent remaining mind, de mentale toestand van blijvende aandacht. Toegepast op de training bedoelen we aandacht voor, tijdens en na de uitvoering van een techniek. De verbinding tussen nage en uke is essentieel, zeker wanneer er sprake is van meerdere aanvallers. Eigenlijk gaat zanshin verder dan een of meer aanvallers: de volledige context (tijd, ruimte, omstandigheden) speelt een rol.
Mushin betekent no mind, een geest als een spiegel of glad wateroppervlak: zuiver weerspiegelen, niet oordelen, en geen angst, boosheid of onrust tonen.
Fudoshin betekent unshakable mind of immovable mind, de mentale toestand van moed en stabiliteit, zowel lichamelijk als geestelijk. Het gaat er niet om dat je letterlijk onbeweeglijk bent, want dat leidt tot stijfheid en inflexibiliteit. Het gaat er om dat je niet van je stuk wordt gebracht door interne en externe factoren, dat je kunt omgaan met een aanval terwijl je je houding en balans behoudt, verbonden met de grond waarop je staat, en dat je de energie van de aanval terugstuurt naar de plek van herkomst.
Senshin is de aanduiding voor de combinatie van shoshin, zanshin, mushin en fudoshin. Senshin is in harmonie leven met de wereld om je heen (het universum). Het gaat hier om het beschermen van alles wat leeft, het tonen van mededogen, het oplossen van conflicten.
Senshin vereist meer dan regelmatige aikido-training. De andere 4 mentale toestanden zijn bereikbaar voor iedere aikido-leerling die serieus en regelmatig traint.
Shoshin kan je helpen als je gefrustreerd raakt in de training, en kan je laten zien wat je niet eerder zag. Zanshin kan je totale bewustzijn verhogen tijdens randori en jiyu waza (één aanvalsvorm, alle bekende technieken mogen worden toegepast). Mushin kan je helpen als je onder druk staat, bijvoorbeeld tijdens een examen, zodat je een betere demonstratie kan geven. Fudoshin kan je het vertrouwen geven om stand te houden te midden van overweldigende (lichamelijke) aanvallen. Iedere serieuze aikidoka zou moeten proberen om deze elementen een plaats te geven in zijn/haar dagelijkse training.